Sportfotografie: het klinkt alleen weggelegd voor professionele fotografen, die altijd de mooiste plek krijgen toebedeeld bij sportwedstrijden. Maar neem eens een kijkje langs de amateurvelden. Iedere zaterdagochtend staat het vol met ouders, verzorgers, familieleden of kennissen langs de kant van het voetbalveld die hun kind of bekende willen vastleggen. Of denk aan die mooie actiefoto tijdens je wintersportvakantie.

Maar waar moet je op letten bij sportfotografie? Met dit artikel hopen we je wat houvast te geven en wat meer handvatten te geven, zodat je zelf aan de slag kunt met sportfotografie.

Hoge ISO-waarde

Bij sportfotografie gebruik je relatief hoge ISO-waardes. Bij een hoge ISO-waarde ligt ruis op de loer, waardoor het belangrijk is dat je een goede camera gebruikt die hiermee over weg kan.

Wat is ISO-waarde

De ISO-waarde geeft aan hoe snel de sensor reageert op licht dat door je lens op de sensor valt. Is je ISO-waarde laag, dat zegt dit dat het in verhouding lang duurt om een foto te maken. Maar bij sportfotografie wil je juist acties of emoties snel kunnen vastleggen, waardoor je vaak met een hoge ISO-waarde te maken hebt. Dit betekend dus dat het bij een hoge ISO-waarde (400, 800 of 1600) relatief kort duurt om een foto te maken. Natuurlijk is de hoeveelheid licht hierin bepalend.

Hoe hoger je ISO-waarde, hoe licht gevoeliger je sensor is. Dit leidt er toe dat je foto lichter wordt, wat voor tot gevolg heeft dat er meer ruis ontstaat. Dit zie je niet direct op je display, maar wel op het moment dat je inzoomt op je scherm.

Autofocus

Het zal je niet verbazen dat de professionele sportfotografen werken met geavanceerde camera’s. Vaak betreft het een spiegelreflexcamera. Deze camera’s hebben een goede autofocus en kunnen meerdere beelden per seconde vastleggen. Het scherpstellen is vaak de grootste uitdaging en met automatisch scherpstellen met je autofocus ben je natuurlijk al een eind op weg. Wanneer je meerdere beelden per seconde kunt vastleggen is de kans natuurlijk groter dat je de gewenste actie of emotie op de gewenste manier weet over te brengen.

Niet vergeten: een (zoom)lens

Belangrijk bij sportfotografie is dus de autofocus. Het objectief is bij de autofocus minstens zo belangrijk.

Je kent het beeld wel van een voetbalwedstrijd, achter het doel allemaal fotografen met camera’s voorzien van enorme (groothoek) lenzen. Vaak is het namelijk zo bij sporten (voetbal, basketbal, honkbal, wielrennen, atletiek, etc.) dat de afstand tot het onderwerp (de sporter) groot is. Met behulp van een groot teleobjectief ben je dan alsnog in staat om sporters goed in beeld te brengen (close-up). De meeste zoomobjectieven van tegenwoordig hebben een prima macro bereik, waardoor je in de gelegenheid bent om snel en effectief een heldere close-up te maken.

Alhoewel er geen harde eis bestaat, immers juist bij fotografie is je eigen gevoel, stijl en idee over hoe je je onderwerp in beeld wilt brengen belangrijk, adviseren we minstens een 200mm lange zoomlens. Sta je namelijk wat verder weg van je onderwerp op een (groter) sportveld, dan ben je nog steeds in de gelegenheid om hierop in te zoomen.

Snelle sluitertijd

Normaliter mag je er vanuit gaan dat bij sportfotografie men snel beweegt. Alhoewel de gemiddelde sporter zelf het tempo altijd hoger inschat dan dit voor de (verplichte) toeschouwers daadwerkelijk oogt, blijft het bij sportfotografie natuurlijk een bewegend onderwerp. Om die reden is de gemiddelde sluitertijd nogal wat sneller dan bij statische onderwerpen.

Een snelle lens is dan ook belangrijk. Denk bijvoorbeeld aan een f/2.8 lens. Hoe meer licht je camera kan ontvangen (dus hoe wijder je diafragma open kan) hoe korter je sluitertijd is. De sluitertijd is natuurlijk afhankelijk van de sport welke je fotografeert én de lichtinval.

Bij hardlopen, wielrennen, autoraces en andere snelle sporten kan het ook een mooi effect geven wanneer je een iets langere sluitertijd toepast, waardoor je onderwerp scherp is, maar tegelijkertijd de achtergrond wazig en onduidelijk zal worden. Hiermee benadruk je dan nog eens extra de snelheid van je onderwerp.

Tips bij sportfotografie

Tot slot nog een aantal voor de hand liggende tips, die ondanks dat je wellicht al een poosje bezig bent met (sport)fotografie er soms toch bij in schieten.

-          Buffer van de camera: zorg dat deze groot genoeg is, zodat je niet te lang hoeft te wachten alvorens je weer een foto kunt nemen;

-          Snelheid geheugenkaartje: in het verlengde van de buffer, geldt ook dat het geheugenkaartje voor vertraging kan zorgen. Het is zodoende van belang dat je geheugenkaart en de camera op elkaar zijn afgestemd.

-          Niet teveel terugkijken: Wanneer je tijdens een sportwedstrijd of een (sport)evenement regelmatig terugkijkt of je de emotie of het juiste moment hebt vastgelegd, loop je het risico dat je een ander mooi moment mist. Tevens gaat het regelmatig terugkijken ten koste van je batterij.

-          Extra batterij: Dat brengt ons direct bij de volgende tip. Neem een extra batterij mee.

-          Bereid je voor op de wedstrijd: Wanneer je je voorbereid op de wedstrijd, kun je vooraf bepalen waar je wilt gaan staan of zitten. Bij een voetbalwedstrijd wil je bijvoorbeeld een bepaalde speler (vaker) vastleggen. Het is dan wel goed dat je vooraf weet op welke positie deze speler staat. Bij wielrennen kun je je bijvoorbeeld opstellen bij die ene lastige klim vlak voor de finish, om meer emotie op het gezicht te kunnen fotograferen.

Voor meer informatie of hulp bij het uitzoeken van de juiste objectieven, verwijs ik je graag naar ons overzicht met objectieven. Onderaan de pagina leggen we de verschillende modellen uit. Uiteraard ben je ook van harte welkom om langs te komen in een van onze 6 fysieke winkels of neem contact op per email, telefoon of chat.